7 FEBRUARI 1876. - Koninklijk besluit houdende inrichting der bestuurraden bij de protestantsche kerken. (VERTALING) (NOTA 1 : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap voor de aangelegenheden die geregeld worden door BVR2004-05-07/04, art. 275, 7°; Inwerkingtreding : 01-03-2005) (NOTA 2 : Opgeheven voor de Duistalige Gemeenschap voor de gebieden die geregeld worden door DDG2008-05-19/39, art. 42, 6°; ED 01-01-2009) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-04-2014 en tekstbijwerking tot 04-04-2014)
Art. 1-12
Artikel 1. De bestuurraden bij de protestantsche kerken zullen samengesteld zijn:
1° uit de predikanten, die er van rechtswege deel van zullen maken;
2° uit acht kiesbare leden, voor de kerken hebbende drie predikanten; uit zes kiesbare leden, voor de kerken hebbende twee predikanten, en uit vier voor de andere kerken
Art.2. De kiesbare leden zullen gekozen worden door de vergadering der leden ingeschreven in het boek der parochie, hebbende den vollen ouderdom van 21 jaren en tellende een verblijf van ten minste één jaar in de circumscriptie.
De leden, eene residentie van meer dan twee jaren tellende, zullen alleen kiesbaar zijn.
Indien de kerk in verscheidene wijken verdeeld is, zal de synode bepalen het getal der leden welke iedere wijk in den raad zullen vertegenwoordigen.
Art.3. Er zal, in de tien eerste dagen der maand mei 1876, overgegaan worden tot de algemeene kiezing der kiesbare leden van den raad.
De raad zal alle drie jaren, op hetzelfde tijdstip, bij helfte vernieuwd worden.
De aftredende leden zullen, voor de eerste maal, bij loting aangewezen worden; zij kunnen herkozen worden.
Art.4. De lijst der kiesbare leden zal, twee maanden vóór de kiezingen, aan den ingang van den tempel aangeplakt worden.
Art.5. Alle reclamatiën betrekkelijk de vorming van de lijst moeten den raad toegezonden worden binnen den tijd van vijftien dagen te rekenen van den dag van de afkondiging der lijst.
Er zal, ten laatste binnen de vijftien dagen volgende op den afloop van dien termijn, eene beslissing genomen worden.
De beslissing van den raad zal, binnen de drie dagen, door de zorg van den voorzitter, den reclamant bij aanbevolen brief bekend gemaakt worden.
Art.6. De reclamant kan in beroep gaan tegen de beslissing van den raad.
Het beroep zal binnen de acht dagen, te rekenen van de aanzegging, gedaan worden.
Er zal door de synode in hoogste gebied beslist worden en, wanneer de synode niet vergaderd zal wezen, door het synodaal bestuur, samengesteld uit den voorzitter, den ondervoorzitter en den secretaris der synode.
De beslissing zal, door de zorg van den voorzitter, den reclamant bij aanbevolen brief, vóór de kiezingen, ter kennis gebracht worden.
Art.7. De vergadering der kiezers zal bijeengeroepen worden door drie aflezingen in de kerk gedaan, van acht tot acht dagen, in den bijzondersten dienst des morgens. Er zal in het proces-verbaal der kiezing van de vervulling dezer formaliteit melding gemaakt worden.
De kiezing zal bij geheime stemming en bij meerderheid van stemmen plaats hebben. In geval van gelijkheid van stemmen, zal er tot eene balloteering overgegaan worden. Indien de tweede stemming denzelfden uitslag geeft, zal het lot den kandidaat aanwijzen die verkozen moet worden.
Art.8. Indien één der kiesbare leden, in den loop van zijn mandaat, ophoudt deel van den raad te maken, zal er door de overblijvende leden in zijne vervanging voorzien worden.
De gekozen kandidaat voltrekt den termijn van het lid welk hij vervangt.
Art.9. De raad benoemt bij stembriefjes, onder hare leden en voor den duur van hun mandaat, eenen voorzitter, eenen secretaris en eenen schatbewaarder.
Indien er gelijkheid van stemmen is in de gevallen voorzien bij het voorgaande artikel, zal de stem van den voorzitter beslissend zijn.
De secretaris en de schatbewaarder mogen buiten den raad gekozen worden; hunne functiën kunnen door denzelfden persoon waargenomen worden.
Art.10. De raad zal niet mogen beraadslagen indien niet meer dan de helft der leden op de vergadering aanwezig is.
De besluiten zullen bij meerderheid van stemmen der aanwezige leden genomen worden.
De raad zal een reglement van inwendige orde vaststellen, dat aan de goedkeuring van den Minister van justitie zal onderworpen worden.
Art.11. De ambtstoekenningen door het Ie hoofdstuk der wet van 4 maart 1870 aan de hoofden der bisdommen voor den catholieken eeredienst toegeschreven, zullen voor den protestantschen eeredienst, door de synode waargenomen worden.
Art. 12.De goederen der gemeenschap zullen door den raad beheerd worden onder den vorm gebruikelijk voor de goederen der gemeenten.
De beraadslagingen onderworpen aan de goedkeuring der bestendige afvaardiging of der regeering zullen ten advieze der synode medegedeeld worden.
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
Art. 12. (WAALSE GEWEST) De goederen der gemeenschap zullen door den raad beheerd worden [1 ...]1. [1 ...]1
----------
(1)<DWG 2014-03-13/24, art. 58, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>