4 MAART 1870. - Wet op het tijdelijke der eerediensten (DUITSTALIGE GEMEENSCHAP) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-04-2014 en tekstbijwerking tot 25-04-2014)
HOOFDSTUK I. - Van de begrootingen en de rekeningen der besturen van parochiale- en hulpkerken.
Afdeeling I. - Van de begrooting van het kerkbestuur.
Art. 1-4
Afdeeling II. - Van de rekeningen.
Art. 5-12
Afdeeling III. - Bepalingen te gelijk betrekking hebbende tot de begrootingen en tot de rekeningen.
Art. 13-15
HOOFDSTUK Ibis. - (Algemeen toezicht op de handelingen en dwingend toezicht op de leden van de kerkfabrieken) <ingevoegd bij W 1999-03-10/44, art. 4, Inwerkingtreding : 03-05-1999>
Afdeling 1. (Algemeen toezicht)
Art. 15bis, 15ter, 15quater
Afdeling 2. (Dwingend toezicht)
Art. 15quinquies
HOOFDSTUK II. - Van de begrooting en van de rekeningen der besturen van de hoofdkerken.
Art. 16-17
HOOFDSTUK IIbis. - (Algemeen toezicht op de handelingen en dwingend toezicht op de leden van de kathedrale kerkfabrieken) <ingevoegd bij W 1999-03-10/44, art. 5, Inwerkingtreding : 03-05-1999>
Afdeling 1. (Algemeen toezicht)
Art. 17bis, 17ter, 17quater
Afdeling 2. (Dwingend toezicht)
Art. 17quinquies
HOOFDSTUK III. - (Boekhouding van de temporaliën van de andere erkende erediensten evenals het algemeen toezicht en het dwingend toezicht) < W 1999-03-10/43, art. 6, Inwerkingtreding : 03-05-1999>
Art. 18-19, 19bis, 20
HOOFDSTUK I. - Van de begrootingen en de rekeningen der besturen van parochiale- en hulpkerken.
Afdeeling I. - Van de begrooting van het kerkbestuur.
Artikel 1. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.2. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.3. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.4. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Afdeeling II. - Van de rekeningen.
Art.5. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.6. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.7. [...] <DDG 2006-01-30/35, art. 7, Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Art.8. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.9. [...] <DDG 2004-12-20/44, art. 20, Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Art.10. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.11. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.12. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Afdeeling III. - Bepalingen te gelijk betrekking hebbende tot de begrootingen en tot de rekeningen.
Art.13. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.14. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.15. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
HOOFDSTUK Ibis. - (Algemeen toezicht op de handelingen en dwingend toezicht op de leden van de kerkfabrieken)
Afdeling 1. (Algemeen toezicht)
Art. 15bis. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art. 15ter. [...] <DDG 2004-12-20/44, art. 22, Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Art. 15quater. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Afdeling 2. (Dwingend toezicht)
Art. 15quinquies. [...] <DDG 2004-12-20/44, art. 22, Inwerkingtreding : 01-01-2005>
HOOFDSTUK II. - Van de begrooting en van de rekeningen der besturen van de hoofdkerken.
Art.16. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art.17. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
HOOFDSTUK IIbis. - (Algemeen toezicht op de handelingen en dwingend toezicht op de leden van de kathedrale kerkfabrieken)
Afdeling 1. (Algemeen toezicht)
Art. 17bis. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Art. 17ter. [...] <DDG 2004-12-20/44, art. 24, Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Art. 17quater. [opgeheven] <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>
Afdeling 2. (Dwingend toezicht)
Art. 17quinquies. [...] <DDG 2004-12-20/44, art. 24, Inwerkingtreding : 01-01-2005>
HOOFDSTUK III. - (Boekhouding van de temporaliën van de andere erkende erediensten evenals het algemeen toezicht en het dwingend toezicht) < W 1999-03-10/43, art. 6, Inwerkingtreding : 03-05-1999>
Art.18. (NOTA : opgeheven voor zover het de protestantse kerkbesturen betreft bij <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>)
<DDG 2006-01-30/35, art. 10, Inwerkingtreding : 01-01-2005> § 1. De begrotingen van de protestantse, anglicaanse en Israëlitische kerkbesturen, de wijzigingen ervan alsmede de rekeningen zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Regering. Vóór 30 augustus van het jaar dat het begrotingsjaar voorafgaat, worden de begrotingen in negen uitgiften, samen met alle bewijsstukken, aan de Regering toegezonden.
Vóór 10 april van het jaar dat het begrotingsjaar volgt, worden de rekeningen in negen uitgiften, samen met alle bewijsstukken aan de Regering toegezonden.
De Regering zendt de dossiers onmiddellijk aan het bevoegd centraal kerkbestuur toe.
§ 2. Het bevoegd centraal kerkbestuur sluit definitief de uitgaven m.b.t. het vieren van de eredienst. Samen met de gemeenteraden keurt het de begroting, de wijziging ervan of de rekening goed en zendt het volledig dossier, binnen 40 dagen na de ontvangst ervan, aan de Regering toe.
Bij gebrek aan een beslissing binnen de vastgelegde termijn wordt het advies als positief beschouwd.
§ 3. Met uitzondering van de begrotingsartikelen van de uitgaven m.b.t. het vieren van de eredienst kan de Regering ontvangstramingen en artikelen van de uitgaven inschrijven, verminderen, verhogen of schrapen en materiële vergissingen corrigeren.
De Regering beslist binnen de 40 dagen na de toezending van het volledig dossier. Zij kan de termijn waarover zij beschikt om haar bevoegdheid uit te oefenen, ten hoogste één keer met dezelfde duur verlengen.
Bij gebrek aan een beslissing binnen de vastgelegde termijn wordt de goedkeuring geacht te zijn gegeven.
§ 4. Elke uitgifte vermeldende een beslissing van de Regering wordt onmiddellijk aan het bevoegd centraal kerkbestuur, het betrokken kerkbestuur en de belanghebbende gemeenten toegezonden. Een bijkomende uitgifte wordt in het archief van de Regering bewaard.
§ 5. Indien de begroting of de rekening niet overhandigd is op de bij § 1 bepaalde tijdstippen, of indien de kerkfabriek weigert de bewijsstukken of uitleggingen te geven, zendt de Regering per aangetekende brief een uitnodiging aan de kerkfabriek en verwittigt het bevoegd centraal kerkbestuur daarvan.
Indien de kerkbestuurraad binnen de 20 dagen na de ontvangst van de brief de begroting of de rekening niet overhandigd heeft, dan kan de Regering de begroting of de rekening in plaats van de kerkbestuursraad vastleggen. De Regering zendt dan de dossiers aan de betrokken gemeenteraden en aan het bevoegd centraal kerkbestuur; daarna zijn de §§ 2 tot 4 van toepassing.
§ 6. De bepalingen van de artikelen 10 à 13, 15bis en 15quater zijn toepasselijk op de protestantse, anglicaanse en Israëlitische kerkbesturen.
Art.19. (NOTA : opgeheven voor zover het de protestantse kerkbesturen betreft bij <DDG 2008-05-19/39, art. 42, 3°, Inwerkingtreding : 01-01-2009>)
Deze Kerken worden, voor het beheer hunner tijdelijke belangen en voor hunne betrekkingen met de burgerlijke overheid, vertegenwoordigd en ingericht op de wijze, die door de regeering zal bepaald worden.
Deze inrichting zal bevatten :
1° De samenstelling van het personeel;
2° Het grondgebied;
3° Het beheer der goederen.
Art. 19bis.<W 1999-03-10/44, art. 8, Inwerkingtreding : 03-05-1999> De besturen die eigen zijn aan de islamitische en orthodoxe erediensten worden op de door artikel 19 bepaalde wijze ingericht op het grondgebied van de provincies en van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
De betrekkingen met de burgerlijke overheid worden verzorgd door het representatief orgaan van de islamitische eredienst en door het representatief orgaan van de orthodoxe kerk.
[Het toezicht op deze instellingen wordt uitgeoefend door de Regering overeenkomstig het decreet van 20 december 2004 houdende organisatie van het gewone administratieve toezicht op de gemeenten van het Duitse taalgebied.
De oprichting van een bestuur en de aanneming van de gedane giften worden echter onderworpen aan de goedkeuring van de Regering.
Daartoe worden de aanvragen tot oprichting van een bestuur overgezonden aan de Regering door het representatief orgaan van de eredienst. De beslissingen betreffende de civielrechtelijke handelingen en de aanneming van giften worden toegezonden aan de Regering.
De aanneming van giften waarvan het bedrag 10.000 EUR niet overschrijdt en de civielrechtelijke handelingen, zijn echter onderworpen aan het algemeen toezicht. De lijst van deze beslissingen wordt na afloop van elk trimester toegezonden aan de Regering.
De Regering kan het bedrag vermeld in het voorgaande lid indexeren.] <DDG 2004-12-20/44, art. 25, Inwerkingtreding : 01-01-2005>
[1 Het toezicht op de begrotingen, de wijzigingen van de begrotingen en de jaarrekeningen van de orthodoxe kerkfabrieken wordt uitgeoefend door de Regering overeenkomstig artikel 41.1 van het decreet van 19 mei 2008 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten.]1
De geldelijke tegemoetkomingen van de gemeenten ten voordele van de bedienaars en de besturen der erediensten bepaald in de vorige artikelen, komen ten laste van de provincies en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wat de islamitische en orthodoxe erediensten betreft.
----------
(1)<DDG 2014-02-24/14, art. 39, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art. 20. Al de bepalingen, welke niet in strijd zijn met de tegenwoordige wet, worden behouden.