Details



Externe links:

Justel
Reflex

Overzicht pdf



Titel:

27 MEI 1870. - Wet houdende vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten inzake onteigening ten algemenen nutte (VERTALING) (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij DVR2017-02-24/22, art. 122,2°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest mat uitzondering van art. 9, bij DWG2018-11-22/12, art. 66, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2019) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-04-2017 en tekstbijwerking tot 18-12-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De onteigening ten algemenen nutte geschiedt krachtens een wet of een koninklijk besluit waarbij de uitvoering van het werk, dat onteigening vordert, wordt toegestaan.
  Het koninklijk besluit kan niet genomen worden dan na onderzoek.

Art.2. Het onderzoek wordt ingesteld over een ontwerp dat het tracé van het werk en het perceelsgewijze plan omvat. Dit plan vermeldt de namen van de eigenaars, volgens de gegevens van het kadaster.

Art.3. Het ontwerp wordt gedurende 15 dagen ter inzage neergelegd op het gemeentehuis van de gemeenten, waardoor het werk loopt.
  De eigenaars van de binnen de omtrek van de te onteigenen gronden gelegen percelen worden schriftelijk, afzonderlijk en in hun woning, in kennis gesteld van die nederlegging van het ontwerp. Het bericht van die nederlegging wordt daarenboven aangeplakt en gepubliceerd in de voor de officiële bekendmakingen gebruikelijke vorm.
  Van de vervulling van die formaliteiten moet worden blijk gegeven door een bewijsschrift van het college van burgemeester en schepenen.
  De vernoemde formaliteiten zijn voorgeschreven op straffe van nietigheid. Het verzuim van kennisgeving brengt echter alleen nietigheid ten opzichte van de niet aangeschreven eigenaars mede.

Art.4. De in het vorige artikel gestelde termijn van 15 dagen loopt vanaf de kennisgeving aan de belanghebbenden en aan het publiek, zoals hierboven bepaald.

Art.5. De klachten of aanmerkingen die tegen het ontwerp mochten worden ingebracht, worden door het college van burgemeester en schepenen verzameld. Het daartoe geopende proces-verbaal bevat de mondelinge verklaringen van de comparanten, door dezen te ondertekenen, en vermeldt de schriftelijke verklaringen, te voegen bij het proces-verbaal, dat na afloop van de in artikel 3 vastgestelde termijn door de burgemeester of de gemachtigde schepen wordt gesloten.

Art.6. Betreft het werken van gemeentelijk of provinciaal nut dan worden de klachten die tegen het ontwerp mochten zijn ingebracht, volgens het geval ter beoordeling onderworpen hetzij aan de gemeenteraad, hetzij aan de provinciale deputatie, die hun advies geven in een met redenen omklede beslissing, samen met het proces-verbaal van het onderzoek te voegen bij de stukken die aan de hogere overheid moeten worden meegedeeld.

Art.7. Mochten de te onteigenen percelen niet aangewezen zijn in de wet krachtens welke de onteigening geschiedt, dan wordt het perceelsgewijze plan der onroerende goederen waarop de onteigening van toepassing is, aan hetzelfde onderzoek onderworpen, vooraleer bij ministerieel besluit te worden vastgesteld.

Art.8. De gerechtelijke onteigening geschiedt overeenkomstig de wet van 17 april 1835.

Art.9. De minnelijke overeenkomsten, de kwijtschriften en andere akten betreffende de verkrijging der onroerende goederen kunnen zonder kosten verleden worden door de gouverneur, handelend namens het Rijk of de provincie, of door de burgemeester, handelend in naam van de gemeente.

Art.10. <overgangsbepaling>

Art.11. <opheffingsbepaling>

Art. 12. Het bericht, bedoeld in artikel 23 van de wet van 17 april 1835, wordt bekendgemaakt op de wijze als aangegeven in artikel 3 van deze wet.